Vorige keer vertelde ik over de rare gewoonte van volwassenen om met Sinterklaas de jaarlijkse veldslagen te starten rond de kleur van het Pietenvolk. Alsof het niet over een verzonnen kinderverhaaltje gaat. Dat was het thema vorige keer. Wat ik toen niet vermeldde was dat diegenen, die zweren bij het eeuwige onwrikbare cultureel erfgoed in de persoon van Piet, volgens mij over een wel verdraaid kort geheugen beschikken, want in mijn geheugen staat nog gegrift dat Pieten vroeger zwart gemaakt werden met een kurk die ze boven een kaars hielden en waarmee ze het gezicht van tante Jo dan vol zwarte strepen zetten. Dat had, óók in die tijd, als oorzaak dat Piet door de schoorsteen was gekomen. Punt. Geen kind vroeg zich daarbij iets af over herkenbare tante Jo. Ik ook niet. Zo min als ik gestoord werd door het feit dat wij in Roermond drie winkels af hopten, waar rond deze tijd Sinterklaas zat. Je leest het goed; dat is meervoud. Er zat er een bij de Kofa, een bij van Erp en volgens mij ook nog een bij boekhandel Willems. Drie. Een grote, een middelgrote en een kleine Klaas. Eén met rode mijter met gouden kruis, eentje met rode mijter met een gouden streep, ééntje met een rode mijter met wit kruis. Dat constateerde ik toen en dat weet ik nog steeds. Maar het interesseerde mij niks: het was de Sint. Een soort heilige drievuldigheid in één persoon, En de ene drievuldige had zwarte ongepoetste schoenen, de ander rode sloffen, de laatste sandalen. Details zul je zeggen, maar details, die geen donder afdeden aan mijn rotsvaste geloof in de goedheilige drievuldigheid. Niks geen cultureel erfgoed shock of twijfel over de echtheid van wat toch heel kennelijk driedubbel beeld van hetzelfde sprookje was. Dat is voor de zoveelste keer boodschap aan al die lui die hun culturele kruistocht blijven volhouden ‘omdat we de kinderen iets zouden aandoen’: vergéét het. Het kan ’t grut geen pepernoot schelen. Kapper Minten in Roermond was gespecialiseerd in schminken. Rond Sinterklaas liep daar de ene Sinterklaas na de andere de zaak uit. Dat zag ik en geloofde. Voor wie nog steeds roept ‘geef ze hun oude feest terug’ nog een kleine anekdote: Sint komt en kwam met de stoomtrein naar Wijlre. Dat weet ik heel zeker, omdat ik altijd vooraan stond. Sterker: ik wist zelfs dat de Goedheiligman in Schin op Geul opstapte. In enig jaar kwam op zijn perron de stoomtrein aan uit Valkenburg en daar stapte de Sint voor Schin op Geul uit. Moeders deden ontzet de handen voor de oogjes van hun spruiten, ter bescherming tegen deze aanslag op hun eeuwige traditionele geloof. Al die kinderen vonden het echter prachtig. Ze zagen nu Sinterklaas in stereo, twee keer hun held voor één geld. Geen centje pijn. We zouden, als het over eeuwige onwrikbare culturele waarden rond Sinterklaas gaat, eens in de leer moeten bij de kinderen zelf. Die weten wat eeuwigheidswaarde heeft. Dat scheelt volwassenen dan culturele hoge bloeddruk.
Meer berichten van Column
Ik doe niet mee aan vogeltellingen. Ik zou ook niet weten hoe ik dat moest doen. Omdat ik bij god niet weet welk vogeltje ik al gehad heb en welke niet. Let wel: dat wordt de ...
Mij is het zingen met de paplepel ingegeven. Sterker: het heeft van meet af aan in mijn bloed gezeten. Dat kon niet anders want via de navelstreng kreeg ik al de nodige melodie...
Meer berichten
Vandaag was het weer zover, de kerstbomen zijn aangekleed. De kinderen van BSO Witheim en de ouderen van het Envida Seniorenproject hebben weer gezorgd voor prachtige kerstdec...
KERST IN KABOUTERLAND Niet ver van ons vandaan Diep verscholen in het bos Staat een kabouterhuisje Op het zachte groene mos Daar wonen vier kabouters Al heel ...
Loate veur 't dialek sjterk make i Gulpen-Wittem en reageer hie drop durch de volgende zin in dien dialek te sjrieve: Duch uns get leuks samen mit Kèësjmis Sjrief d'r bie woe...