Mij is het zingen met de paplepel ingegeven. Sterker: het heeft van meet af aan in mijn bloed gezeten. Dat kon niet anders want via de navelstreng kreeg ik al de nodige melodietjes toegediend. Ik was de negende, of eigenlijk, met pappa en mamma erbij, de elfde, die een partij meezong bij ons thuis. Wij hadden, al zeg ik het zelf, een tamelijk goed familiekoor en ik vermoed dat dat voornamelijk komt omdat we, op pappa na, de muzikale voeding via de navelstreng uit goede bron deelden. Mam was de ongeslagen kampioen, de Diva van het familie-ensemble. Geen wonder: mam zong als meisje en jonge vrouw in de Vaderlandsche Champions League. Ze was klassiek geschoolde sopraan, die door het hele land als solist gevraagd werd en ook op de radio te horen was. Tot de toen gebruikelijke katholieke hakbijl haar carrière aan diggelen mepte: ze trouwde. En voor een katholieke vrouw bleef er dan maar één taak: het stichten van een goed katholiek gezin. Toentertijd was het voor een vrouw heel gewoon, dat ze ontslag nam van mooie banen en carrières: moeder zijn was haar roeping. ‘Roeping’ was een ander woord voor ‘Dit is het en schik je erin’. Bedenk eens hoe misdadig op die manier in naam van geloof en kerk eeuwenlang een schat aan talent, aanleg, creativiteit en zinvolle bijdrage aan de maatschappij van miljoenen vrouwen verdwenen is in het schrobputje van een door mannelijke dominantie en overheersing zorgvuldig en solide in standgehouden patriarchaat. Een wat? Patriarchaat, dat is de onderdrukking door mannen die we de ayatollahs en imams in Afghanistan en Iran en zo erg kwalijk nemen. Goed, sorry, dat MOEST er weer even uit. Ik ben m’n gif weer even kwijt, terug naar ons zingen. Mam heeft ons de liefde voor de zang bijgebracht, heeft ons via de genen best aardige stemmen en gevoel voor muziek geschonken. Thuis was niets te erven, maar díé kostbare gift zat van begin af aan in de verpakking van ieder van ons. Ik ben haar nog steeds dankbaar daarvoor. En zij wilde dat ook na haar einde zo laten zijn. Ze heeft in haar uppie in ’t bejaardenhuis op een cassetterecorder allerlei, haar dierbare, liedjes ingezongen ‘zodat de kleinkinderen nooit zouden vergeten te zingen’. Over ónze generatie maakte ze zich wat dat betreft geen zorgen. En terecht. Wanneer wij bij elkaar kwamen, werd er gezongen. Een zus, wiens geheugen jaren leeggeroofd was door dementie, bewees me regelmatig de stelling dat het laatste kamertje in ’t hoofd waar men de sleutel van afgeeft de kamer is, waar de liederen zitten opgeborgen. Ik kon 1,5 uur met haar in de auto zitten en zonder tekstboek zong zij. 1,5 Uur. Liedjes met drie, vier coupletten. Hoog en goed. Zoals Mamma. Laatst waren we op een neven- en nichtenreünie. Op hún verzoek werd er samen gezongen, rond het kampvuur. Niet de liedjes van oma, maar ik zag haar glunderen in de gloed, knipoogde in gedachten naar haar en zong. En zij zong mee.
Meer berichten van Column
Ik doe niet mee aan vogeltellingen. Ik zou ook niet weten hoe ik dat moest doen. Omdat ik bij god niet weet welk vogeltje ik al gehad heb en welke niet. Let wel: dat wordt de ...
Vorige keer vertelde ik over de rare gewoonte van volwassenen om met Sinterklaas de jaarlijkse veldslagen te starten rond de kleur van het Pietenvolk. Alsof het niet over een v...
Meer berichten
Vandaag was het weer zover, de kerstbomen zijn aangekleed. De kinderen van BSO Witheim en de ouderen van het Envida Seniorenproject hebben weer gezorgd voor prachtige kerstdec...
KERST IN KABOUTERLAND Niet ver van ons vandaan Diep verscholen in het bos Staat een kabouterhuisje Op het zachte groene mos Daar wonen vier kabouters Al heel ...
Loate veur 't dialek sjterk make i Gulpen-Wittem en reageer hie drop durch de volgende zin in dien dialek te sjrieve: Duch uns get leuks samen mit Kèësjmis Sjrief d'r bie woe...